Home > Ernst > De Stilte van de Andere Kant

De Stilte van de Andere Kant

Een reisverhaal.

door Ton Verheijen

Hier is het verhaal van mijn eerste hartstilstand in 2019. Het is geschreven door Ton Verheijen, journalist en buurman. Hij heeft dit als een ‘kort verhaal’ geschreven voor een nog later te publiceren boek over bijzondere gebeurtenissen. We hebben 3 middagen aan de tafel gezeten waarin hij heeft gevraagd en ik heb verteld. Het is wat mij betreft een heel mooi verhaal geworden. Echter alle verhalen rondom mijn sterven paste er niet in en die deel ik dus ook via deze link.

De verdwenen dag
Wat er op donderdag 26 september 2019 is gebeurd, heeft Ernst Drukker “van horen zeggen”. Vrienden en bekenden hebben hem wat flarden informatie gegeven over die bewuste dag en daaruit blijkt dat het voor hem aanvankelijk een dag moet zijn geweest zoals heel veel andere. Waarschijnlijk heeft hij ‘s ochtends een douche genomen, koffie gezet en een boterhammetje met kaas gegeten. Daarna waarschijnlijk even gemediteerd, gefacebookt en een sigaretje gerookt. Niks bijzonders. Er is hem verteld dat hij vervolgens rond half twaalf in het Haagse Laaktheater is aangekomen, waar Ernst docent is en regisseur van het jeugdtheater. In dat geval moet hij vanaf zijn woning aan het Binnendoor ongeveer een kwartier op de fiets hebben gezeten. Kennelijk heeft hij tijdens dat fietstochtje geen brokken gemaakt en de onoplettende voetgangers en spookrijdende bezorgscootertjes keurig omzeild in de altijd hectische Schilderswijk.

In het theater schijnt hij minstens een uur te zijn geïnterviewd door een van zijn leerlingen, die de opleiding Leisure & Entertainment volgt en iets wilde weten over werken in het theatervak. Dat schijnt een heel leuk gesprek te zijn geweest. Daarna, zo heeft hij begrepen, nog een kort overleg over een voorstelling met de artistiek leider van het theater en vervolgens terug naar de binnenstad. Op de fiets. Door de Schilderswijk. Aangezien hij meestal de boodschappen doet voor het avondeten, zou het zomaar kunnen dat hij nog even inkopen heeft gedaan bij Albert Heijn in de Torenstraat.

’s Avonds rond half zeven zal hij, zoals elke donderdagavond, in zijn bordeauxrode Ford Focus zijn gestapt voor de aikidoles in Scheveningen. Zijn auto heeft hij waarschijnlijk vlakbij Pansierstraat 19 geparkeerd, waarna hij zijn leraar Willem, zijn vriend Jerry en nog wat andere mensen heeft getroffen. Een hugvoor iedereen. Zo zal het ongeveer zijn gegaan, vermoedt hij. Maar het blijft gissen want zijn geheugen is compleet gewist. Donderdag 26 september 2019 zal voor hem altijd een mysterie blijven. Een mysterie met een gouden randje, gehuld in een dikke waas van raadselen en getallensymboliek. Over het waarom kan hij alleen maar speculeren.

Wie is Ernst?
De 47-jarige Ernst Drukker is niet iemand van de gebaande paden en geijkte burgerlijkheid. Dat blijkt meteen zodra je hem ontmoet. Hij is gezegend met een woeste bos krullend haar, dat uitbundig naar patchouli ruikt, een getrimd ringbaardje en een stoere amulet om de nek. Met de borst fier vooruit kijkt hij je aan als een vriendelijke leeuw. Sinds 1994 woont de geboren Rotterdammer in Den Haag, inmiddels alweer een aantal jaren samen met zijn vriendin Felah in een appartementje in een voormalig kraakpand aan het Binnendoor. Zijn werk? Evenmin standaard. Zijn opleiding aan de theaterschool maakte hij niet af, hij koos al snel zijn eigen pad en formeerde op zijn 23steeen theatergroep: De Verboden Vrucht. Later werkte hij als clown in Duinrell en speelde hij met veel plezier in Griekse tragedies.

Maar zijn grote passie is de spiritualiteit. Graag praat Ernst over zieners, healers en Tolteekse sjamanen. Niets is te gek. Vertel hem dat het wezen van de mens in de boeken van Carlos Castaneda wordt omschreven als “een lichtgevend ei” en Ernst bevestigt het met een vanzelfsprekend knikje. Natuurlijk, wat zou een mens anders kunnen zijn? Ooit was hij zelfs bijna obsessief met spiritualiteit bezig. “De weg van het hart”, zo is te lezen op zijn website, was het enige wat hem werkelijk raakte. Wie was hij nou echt? Waarmee was hij werkelijk verbonden? Hij moest en zou het weten. Maar tijden veranderen. De fascinatie is er nog steeds maar de obsessie is er vanaf en daar hebben de gebeurtenissen van de laatste drie maanden van 2019 op z’n minst een bijdrage aan geleverd.

Het karakter van Ernst zou als rustig en beheerst omschreven kunnen worden. In een gesprek vloeien de woorden gelijkmatig uit zijn mond in korte zinnen zonder overbodige poeha. Ook zijn voorkomen is ontspannen. De lach is nooit ver weg. De rust die hij uitstraalt, was een tijd lang ver te zoeken in zijn leven. Het is lang geleden, maar het hoort bij dit verhaal, dat zal zo blijken. Drukker zat in de kraakscene en was verdwaald in zichzelf. Hij had last van een laag zelfbeeld en gebrek aan eigenwaarde. Een tijdje gebruikte hij veel drugs: speed, xtc, paddestoelen, lsd. Het ging beter met hem toen hij een vaste relatie kreeg en stiefvader werd van drie kinderen. Negen jaar lang verzorgde hij hen met veel toewijding. Maar toen ging ineens, patsboem, de relatie uit met zijn vriendin. Een donderslag bij heldere hemel. Op stel en sprong moest hij het huis uit. Hij had 16.000 euro schuld en 100 euro op zak. Alles leek uit elkaar te vallen. Een penibele situatie en tegelijkertijd een contrapunt in zijn leven. Hij spreekt zelf over “dark night of the soul” en “begin van ontwaken”.

Het is een vreemd verhaal. Juist in deze turbulente levensfase ontdekte Ernst dat hij ‘iets’ met zijn handen kon. In zijn zoektocht naar emotionele balans kwam hij in contact met een helderziende dame. Zij leerde hem over meditatie en healing en hoe hij energie kon voelen en door zijn handen laten stromen. De eerste keer probeerde hij het uit bij een kennis die last had van slaapproblemen. Na zijn behandeling sliep zij voor het eerst in tijden meer dan tien uur achter elkaar. Wow! Was hij toch goed bezig.

Dat smaakte naar meer. Ernst ging ook andere mensen bezoeken die met energievelden en healing bezig waren. En toen gebeurde het. Tijdens een van zijn meditaties kreeg hij een “kundalini-ontwaken”. (Op dat moment was voor hem nog volkomen onduidelijk wat er gebeurde. Pas later werd dat etiketje erop geplakt.) In zijn stuitbeen voelde hij een elektrische vonk ontstaan, die langzaam via zijn ruggengraat omhoogging. Zijn ruggengraat kraakte als een walnoot en strekte volledig. De energie schoot omhoog naar de plek tussen zijn ogen die in spirituele kringen het derde oogwordt genoemd. Hij ervaarde het als een atoomexplosie. Tot drie keer toe. Hij dacht dat hij dood ging. Door de enorme kracht van deze ervaring deed hij die nacht geen oog dicht. En het werd nog gekker. De eerstvolgende vijf nachten werd hij in zijn dromen in amethist-grotten gelegd. De zesde nacht was een soort afronding van een proces. In een droom kreeg hij twee boodschappen door. De eerste: hij was zelf een stuk amethist, dat in 48 stukken verdeeld was en over de aarde verspreid. Aan hem de opdracht ze allemaal weer bij elkaar te brengen. De tweede: hij kende zijn stiefdochter al vele levens.

Vreemde ervaringen. Maar zijn interesse was niet te blussen. Hij struinde het internet af en las alles wat te maken had met healing, luisterde naar interessante mensen op YouTube, ging zich verdiepen in heilige geometrie en volgde workshops. Het was voor hem een tijd van grote schoonmaak en terugvinden van zichzelf. Hij huilde veel, meestal zonder reden, bijvoorbeeld tijdens het boodschappen doen. Dan voelde hij zijn energie wegstromen. Hij kreeg het koud in de winkel en de tranen begonnen te vloeien. Snel afrekenen en naar huis, twee uur huilen en weer verder. Er gebeurden onverklaarbare dingen met hem. Hij zag aura’s, kreeg herinneringen van vorige levens. Tijdens een healingsessie lag hij ineens boven op een oude mayatempel, waar zijn hart er op rituele wijze werd uitgesneden. Hij schreeuwde als een mager speenvarken. Tegelijkertijd was zijn hoofd helder. Hij zweefde boven de tempel en besefte ondertussen dat het een healing was. Op een ander moment was hij aan het zoenen met een meisje en stond hij ineens, floep, op de hoogvlakte van Mongolië.

Door deze ervaringen werden zijn healingsessies sterker, met meer inzicht en gevoel. Hij kwam in aanraking met soul body fusion van een zekere Jonette Crowley. Dat gaf weer nieuwe inzichten. Hij ging ook groepshealings leiden en ontwikkelde zijn eigen techniek: white light healing. Die heeft hij sindsdien verder verfijnd, en verfijnd, en verfijnd, en ondertussen geeft hij alweer jaren lesavonden en workshops en heeft hij een kleine duizend healings verzorgd. De ervaringen van anderen tijdens zijn sessies, en hun feedback, hebben hem veel inzicht gegeven in hoe het werkt. Maar het zweverige lijkt niet meer de overhand te hebben. Hij leerde zijn angsten onder ogen te zien, oude overtuigingen los te laten, zijn grenzen te stellen en zichzelf te accepteren zoals hij is. Ernst Drukker staat met beide benen op de grond.

De aikidoles
Donderdagavond 26 september 2019. Zoals elke week: aikido. Ernst kan er weinig over vertellen want hij heeft het niet bewust meegemaakt. Van Willem en Jerry begreep hij achteraf dat alles aanvankelijk normaal was. Eerst warming-up en inrollen. Daarna begon de les. Ernst stond te luisteren naar Willem, die iets aan het uitleggen was. Op een gegeven moment werd hij niet lekker. “Ga maar even liggen met je benen omhoog”, zei Willem. En toen ging het snel. Zijn ogen tikten naar achteren, het schuim kwam uit zijn mond en weg was hij. Zo is het hem verteld. Hartstilstand.

Zijn vriend Jerry begint direct met reanimeren. Iemand belt 112. De politie is toevallig in de buurt en binnen enkele minuten ter plekke met een AED-apparaat. Een godsgeschenk als iedere seconde telt. Ernst krijgt een elektrische schok… en nog een… en nog een. De derde schok wekt een puls op en zijn hart schiet weer in een ritme. Met gierende sirenes wordt hij afgevoerd naar het HagaZiekenhuis aan de Leyweg, waar hij door vier broeders hersendoodde intensive care wordt binnengereden. Zijn hart klopt en zijn organen functioneren maar in zijn hoofd wordt geen activiteit waargenomen. De artsen constateren dat de linkerhartkamer vergroot en verzwakt is en slechts op half vermogen pompt. Ernst zelf is ondertussen ver weg. Van donderdag tot zondag ligt hij in coma en aan de beademingsapparatuur. Zijn hart wordt ontzien doordat een koeldeken zijn organen op een lage temperatuur houdt. De situatie lijkt enigszins onder controle, maar toch, het ziet er niet goed uit.

Drie volle dagen leven zijn familie en vrienden tussen hoop en vrees. Wordt hij weer wakker? Ze zien hem vreemde, schokkende bewegingen maken. Met zijn gebalde vuisten lijkt het wel of hij in gevecht is met iets of iemand. Om rustig te worden, krijgt hij spierverslappers, propofol, oxazepam en ketamine toegediend. Helpen doet het niet en hij wordt vastgebonden. Soms komt hij even bij. “Ik ga je slaan!”, gromt hij dan tegen de verpleegsters. Hij wil los. Zijn oerkreet gaat door merg en been. Even later is hij weer vertrokken. Zo gaat het enkele dagen achter elkaar.

Terug van weggeweest
Op maandagmiddag gebeurt er iets opmerkelijks. Ernst beweegt. Het is niet het comatische bewegen dat zijn vriendin Felah en haar zoon Ravi al drie dagen zien. Nee, het is iets anders. Hij lijkt bij te komen, buigt langzaam voorover en brabbelt iets onverstaanbaars. Versuft maar doelgericht kijkt hij naar de duim, wijsvinger en middelvinger van zijn linkerhand. Daarna kijkt hij naar dezelfde drie vingers van zijn rechterhand. Dan weer links. Hij wil iets duidelijk maken. Maar wat? Twee handen. Drie vingers. Wil hij roken? Nee. Drie dagen? Drie uur? Iets met tijd? Nee ook niet. Wat bedoelt hij? Ravi komt op het idee om een alfabet te schrijven op een velletje papier. Ernst krijgt een klein steentje, dat hij langzaam en gecontroleerd naar bepaalde letters schuift. Wat wil hij zeggen? D… I… E… D… Wat betekent dat? Een spelfout? Nee, wacht even. Het is Engels. Yes! Died three times! “Jaaaah”, zucht Ernst. Uitgeput valt hij achterover in zijn bed. Felah is opgelucht omdat ze eindelijk de bevestiging heeft dat hij geen hersenbeschadiging heeft opgelopen. Pfff… het zit goed in zijn hoofd.

“Died three times is voor mij belangrijke informatie”, blikt Ernst terug. Het is inmiddels half december, zo’n tien weken later. We zitten samen aan de keukentafel. Twee buurmannen. Ernst denkt na over de voorbije periode en de vreemde gebeurtenissen in het ziekenhuis. Hij legt uit dat het getal drie deel uitmaakt van zijn spiritualiteit. Drie is een heilig getal in de sjamanistische traditie. Drie keer sterven is een sjamanistische dood. In het kundalini-ontwakenword je drie keer door de slang gekust. De oude Keltische koningen stierven drievoudig. Died three times is een mantra die hem vertelt dat hij drie keer heen en weer is gegaan, uit het lichaam de dood in en weer terug. Gek genoeg hoorde hij van zijn helderziende vriend Hilario, die op de hoogte was gebracht van zijn kritieke situatie, dat deze hem in een meditatie in een fiere houding boven op een plateau had zien staan. “Maak je geen zorgen, ik kom terug na drie dagen”, hoorde Hilario zijn vriend triomfantelijk roepen. Uit de drie vingers van zijn rechterhand schoot een flits van energie. Wat Hilario zag en hoorde is vooral zo merkwaardig omdat hij helemaal niet wist wat er in het ziekenhuis was gebeurd met het steentje en het alfabet.

Het herstel
Dan het herstel. Terwijl er in het voormalige kraakpand aan het Binnendoor volop wordt gespeculeerd of Ernst ooit nog de oude wordt, herstelt hij wonderbaarlijk goed en snel. Een blijvende hersenbeschadiging blijft hem dus bespaard, ook al kan hij de eerste momenten na zijn ontwaken geen woord uitbrengen. Het is zoeken. Waar zit toch die praatfunctie? Na enkele dagen kan hij praten, eerst stotterend, later steeds vloeiender. Het is zoeken én vinden. Weer een paar dagen later staat hij op zijn benen. Ongelofelijk! Al na één week begint hij rondjes te lopen op de afdeling van het ziekenhuis. Het liefst wil hij naar buiten om zuurstof te happen maar dat mag niet. Te groot risico.

De artsen adviseren hem een S-ICD te nemen, een subcutane implanteerbare defibrillator. Die dient een elektrische schok toe als zijn hartspiercellen weer extreem snel, onregelmatig en chaotisch gaan samentrekken. De schok zal zorgen dat het hart weer in een normaal ritme komt. Ernst laat de artsen begaan en krijgt een S-ICD. Nog dezelfde dag mag hij naar huis om verder te herstellen. Iedere dag wandelen. Conditie opbouwen. Concentratieboog spannen. Hij kan steeds meer. En soms ook even niet. Dan wordt het hem teveel en moet hij rust nemen. Sommige momenten zijn moeilijk: een emotionele terugval, een paniekaanval, angst voor de volgende hartstilstand. Dan komen alle emoties los en moet hij weer vertrouwen terugvinden en zichzelf inprenten dat niet alles wat hij voelt meteen betekent dat er een fatale hartstilstand op komst is. Zolang hij iets voelt, leeft hij.

Na de eerste herstelperiode gaat Ernst op bezoek bij zijn aikido-kornuiten. Even terug naar de plek des onheils. Een paar knuffels voor Willem en Jerry. Opvallend genoeg komen er helemaal geen nare herinneringen naar boven. Het is nog steeds de fijne plek zoals hij die kende. Hij bezoekt ook het Laaktheater, probeert daar een klein beetje regie te doen, wat vermoeiend is met vijftien drukke kids. Verder vermeldenswaardig: hij stopt met roken. Na 35 jaar. Een pakje per dag rookte hij. Kent menthol. De tabak heeft hem veel plezier verschaft. Maar nu is het klaar. Missen doet hij de sigaretten geen moment. Het bevordert zijn snelle herstel en exact drie weken na zijn hartstilstand loopt Ernst Drukker weer monter in de rondte. Hij leeft, hij staat, hij kijkt, hij praat. Niet als een kasplantje maar als een mens. “Hij doet ’t weer”, zegt Felah met een ingetogen lachje. Hij doet ’t weer. Zoals een sapcentrifuge die even haperde. Schroefje aandraaien, en hop! Hij kan verder.

Het besluit
Hoewel… een week later moet hij terug naar het ziekenhuis. De defibrillator heeft een infectie veroorzaakt onder zijn oksel. Is het een teken van de hogere machten? Een signaal van zijn lichaam? Hoe dan ook, zijn aanvankelijke besluit om ja te zeggen tegen de defibrillator zat hem al niet lekker. Het riep heftige emoties op. Eigenlijk wilde hij “dat kastje” helemaal niet omdat hij principieel niet iets in zijn lichaam wil dat daar niet hoort. Het was een duivels dilemma. De mensen om hem heen praatten op hem in om het kastje toch maar vooral te nemen als back-up. Op dat moment was hij te zwak om zijn standpunt onder woorden te brengen. Hij liet het erbij. De defibrillator werd geplaatst. Nu moet het kastje eruit vanwege een infectie en Ernst neemt het besluit dat er geen nieuw kastje gaat komen. Hij heeft zijn medicijnen en daar zal het bij blijven.

Het is een cruciale beslissing, de belangrijkste die hij ooit heeft genomen. Zes artsen proberen hem op andere gedachtes te brengen en de kant van de defibrillator op te duwen. Zonder resultaat. Ernst vertrouwt op zijn eigen keuze. Hij is op 26 september door het oog van de naald gekropen en dat heeft hem gesterkt. Ten diepste heeft hij gevoeld dat hij vredig kon sterven. Nou, als hij dàt kan, dan kan hij ook de beslissing nemen die zijn gevoel hem ingeeft. Het risico dat hij ooit, op het moment suprème, geen defibrillator zal hebben om een levensreddende schok toegediend te krijgen, heeft hij overpeinst en hij weet het zeker. Als het noodlot ooit op bezoek komt, zal hij er vrede mee hebben. Als zijn tijd is gekomen, is zijn tijd gekomen. Dat onwrikbare besef daagt hem uit om hier en nu volledig voor het leven te kiezen, een keuze die elke dag weer voelt als een groot geschenk. Meer dan ooit voelt hij het verlangen om zijn angsten los te laten en op het scherp van de snede te leven. Met de meest basale ingrediënten die hem gegeven zijn, gaat hij deze maaltijd bereiden. Hij geniet van ademhalen, bewegen, proeven en voelen. Hij geniet van de liefde die hij hier kan ervaren.

Lessen van het niets
Eind december zitten we voor de derde keer aan de keukentafel tegenover elkaar. We praten nog eens over deze ongelofelijke geschiedenis. Ernst vertelt dat hij uiteindelijk niks kwijt is behalve die ene week. Zijn motorische skills heeft hij nog. Hij kan fietsen, drummen, autorijden. In het begin was zijn kortetermijngeheugen aangetast en had hij moeite met praten. Bij vermoeidheid ging hij hakkelen. Ook daar heeft hij geen last meer van. Hij is ook niet echt bezorgd geweest dat het niet meer goed zou komen. Het besef dat het erg was, en misschien consequenties heeft voor de rest van zijn leven, is langzaam gekomen. Want ja, stotteren is nu eenmaal niet handig voor een acteur.

Drie maanden geleden was hij er nog vast van overtuigd dat hij het eeuwige leven had. Hij ervaarde de dood nooit als dichtbij. Nu is hij geconfronteerd met de realiteit van het sterven. Daarover zegt hij dit: “Het was als thuiskomen. Het was heerlijk. Alle spanning loste op. Ik heb ook geen heftige pijnen gehad. Het was een mooie dood geweest, een van de betere die je kunt hebben.” Er valt een stilte. De klok geeft half vijf aan. Ongemerkt is de schemering ingevallen. Het is bijna kerst. We filosoferen over het licht en de duisternis, het leven en de dood. Hij maakt er grapjes over. Of hij bij de hemelpoort stond? Zo zou je het kunnen noemen. Hij werd teruggestuurd. Blijkbaar was het zijn tijd nog niet. Daarna kreeg hij dus die defibrillator. Nou, toen kon hij al helemáál niet meer dood.

Maar waar is hij nou precies geweest in de laatste dagen van september? Welke reis heeft hij gemaakt? Voor een spiritueel iemand als Ernst Drukker is dat een vraag die ertoe doet. De dood wordt door healers als heilig omschreven. Ook aan bijna-dood ervaringen worden uitzonderlijke kwaliteiten toegeschreven. Bijna-dood ervaringen worden gemeld na een zwaar ongeval, reanimatie na een hartstilstand, ernstige ziekte, shock, coma, hersenbloeding, mislukte zelfmoord, zware stress of bijna-verdrinking. Er zouden diepe mystieke inzichten uit voortkomen en dat zijn precies de inzichten waar Ernst zoveel belangstelling voor heeft. Patiënten zien in bijna-dood ervaringen hun leven in een flits aan zich voorbij trekken. Ze benoemen ‘een stralend licht van liefde’, ‘het besef dood te zijn’, ‘uit hun lichaam te treden en dat waar te nemen’, ‘een diep gevoel van rust’, ‘afwezigheid van pijn’ en ‘het gevoel door een donkere tunnel naar het licht toe te gaan’. De waarnemingen kunnen variëren van prachtige landschappen, muziek, overweldigend mooie kleuren en bloemen en ontmoetingen met overledenen.

Ernst kan er goed in mee gaan. Alleen: hij heeft geen ervaring gehad, geen herinnering aan wat dan ook. Het blijft bij een korte opsomming van gortdroge feiten, gespeend van elk greintje verheven mystiek. Voor een buitenstaander zou zijn ervaring misschien zelfs zo plat zijn als een pannenkoek: een verdwenen dag, drie dagen coma, drie dagen sluimeren, wat onverstaanbaar gebrabbel tegen de verpleegsters, een potsierlijke pose met drie vingers omhoog en wat gehannes met het alfabet. Dat is het wel zo’n beetje. Ernst is er eerlijk over. Met zijn rijke spirituele bagage had hij het fantastisch gevonden om met Het Grote Antwoord terug te komen. Dat is niet gebeurd. Het bleef stil aan de andere kant. Eindeloos en eeuwig stil. En dat is achteraf een bijzonder besef gebleken. De stilte van de andere kant vertelde hem, zonder woorden, zonder beelden, dat hij al het waardevolle in zichzelf kan vinden.